maandag 30 juni 2008

Waarin hij veel vertelt.

Nog maar vier weken, dan sta ik weer op Nederlandse bodem. Zoals ik al vele malen heb herhaald, de tijd gaat razendsnel. Misschien heeft dat te maken met het feit dat de week pas op dinsdag begint en vrijdag al ruimschoots afgelopen is; zodat er een knallend weekend begint. Misschien ook wel omdat ik wel naar huis verlang, zo langzamerhand, al voelt Japan wel als een tweede thuis.
Onlangs heb ik mijn paper wel ingeleverd met 'Kaidan' als onderwerp, oftewel; Japanse spookverhalen. Het onderwerp is mij op het lijf geschreven, dacht ik zo. Ik wil misschien nog wel overwegen om dit verder uit te werken in mijn Bachelor-scriptie, omdat dit een ontzettend interessant onderwerp is. Maar momenteel moet ik nog wel wat schaven aan mijn versie, die uiteindelijk, samen met de papers van de anderen, gebundeld word. Eigenlijk kijk ik wel weer uit naar 'echt' studeren in Leiden, maar dat zal wel naar maand omzwaaien naar haat, want ik ken mezelf wel.
Vorige week was ik van plan een avond op stap te gaan naar Biado, dé bar voor Nederlanders, toen ik werd belaagd door een werkelijk leger van vliegende mieren. Ze hielden werkelijk niet op, todat ik een pan kokend water over ze heengiette, tenminste. Dit resulteerde in heel veel dode insectenlijkjes op mijn vloer; niets wat een stofzuiger niet kan oplossen.
Ook werd ik, samen met Isaura, aangesproken door een stokoude Japanner die een woordje Engels sprak. Ik had al lont moeten ruiken toen hij ons een plek aanbood in de tram, aangezien Japanners dat echt nooit doen voor buitenlanders(tenzij je een stokoude buitenlander bent, of gehandicapt, of allebei). Hij bleef maar onzin praten, terwijl ik weer braaf antwoordde. Gelukkig helpt overschakelen naar Nederlands goed, heb ik gemerkt. Na even met Isaura gepraat te hebben droop hij weer af. Nu ja, hij bleef naast me zitten, maar hij zei verder niets meer. Wat hebben bejaarde Japanners met mij? (Gelukkig heeft die dame van de Starbucks niets meer van zich laten horen, yay)
Ook hebben we sinds een week of vijf een nieuwe Nederlandse bewoner; Tim. Tim studeert medicijnen in Leiden en is een geweldige gozer, imho. Nu Tim fervent voetbal-fan is, heb ik samen met hem en wat andere voetbal fanaten Nederland - Italie gekeken, met de gelukkige afloop van vier - een. Daarna heb ik samen, alleen met Tim, naar Nederland - Rusland gekeken, om de nederlaag te accepteren. Gisteren hebben we wel de finale van het EK gekeken, samen met Andries (voor de Manshaft) en Yuki ( voor Andries, dus voor de Manshaft), wat wel een teleurstellende wedstrijd was. Om kort te gaan; het was vrij gezellig.
Overigens zijn dit de hoogtepunten van de laatste paar weken. Voor de rest is er bar weinig gebeurt. Behalve dat ik nu bezig ben met het opsturen van toelie naar Nederland en het uitkiezen van presentjes(yaha!), gaat het redelijk van een leien dakje. Als die regen nu eens ophoud, dan is het allemaal mooi.
Groeten,

Maarten.

zaterdag 7 juni 2008

Waarin hij nieuwe ervaringen opdoet

Na het lezen van een boek dat ik had geleend van Andries, getiteld "Dogs & Demons; the fall of modern Japan" is mijn beeld van Japan wel drastisch veranderd. Na het lezen van het boek snap ik ook waarom ik dit ook niet eerder heb opgemerkt. Dit is vooral te wijten aan het Japanse idee van tatemae het beeld dat de Japanners aan de maatschappij laten zien, in plaats van hun honne of werkelijke gedachtes. Ik geef de schrijver van het boek, Alex Kerr, gelijk wanneer hij zegt dat Japanners hun eigen land aan het verkloten zijn. Zo blijkt dus dat er bij Isahaya, een gebied niet ver van Nagasaki vandaan, een natuurgebied lag. Dit was zo'n tien jaar geleden, want toen besloot de Japanse overheid om bijna de hele kust van Japan te 'verstevigen' tegen overstromingen die maar eens in de honderd jaar voorkomen. Dit zorgde ervoor dat het hele natuurgebied kapot ging omdat ook het water werd tegengehouden dat dit natuurgebied staande hield.
De reden dat Japan dit doet is omdat het niet stopt met bouwen. Het mag niet stoppen met bouwen omdat ze anders geen subsidie krijgen. Als ze minder zouden bouwen daalt de subsidie voor het volgende jaar enz. enz. Lang leve de Japanse regering voor dit idee.
Het is wel jammer dat ik nu zo tegen Japan aankijk, maar er zijn nog volop leuke dingen te zien in Japan, al is het allemaal wat vlijtend, maar ach, dat is Japanse schoonheid.

Voor de rest gaat alles wel goed hier in Japan. We moeten nu toch echt beginnen aan ons eindpaper voor dit hele jaar. Aangezien we deze vrijdag al de eerste versie moeten inleveren, mag ik wel aan het werk gaan. (En dat heb ik vandaag ook gedaan, yay) Krijgen we ook van de week te horen dat we nog een verslag mogen inleveren voor Sakubun, opstellen schrijven, die ook rond de tweeduizend woorden moet zijn. Het wordt steeds mooier en mooier. Nochtans gaat het wel goed met de stress.

Laatst is mij weer iets mafs overkomen. Zit ik rustig in de Starbucks een boek te lezen voor mijn eindpaper, spreekt een Japanse dame die naast mij is komen zitten mij aan. In het begin heb ik niet door dat ze tegen mij spreekt; haar Engels is zo slecht dat ik het afscheep op achtergrondrumoer. Als ze eenmaal mijn aandacht heb begin ik in het Engels, hoewel ik snel op Japans overstap. Nadat deze barriere is gebroken begint ze een waterval van vragen, die ik, goed opgevoed als ik ben, zo beleefd mogelijk probeer te beantwoorden. Natuurlijk gooit ze de standaarzinnen als "Jouw Japans is zó goed" er doorheen, waar ik allang niet meer van opkijk; ik vind het eerder ontzettend irritant. Maar ik blijf lachen. Ja, zelfs Japanse tatemae begin ik over te nemen. De vrouw is niet heel onaardig, ze is getrouwd, haar dochter geeft pianoles en woont nog thuis(op negentwintigjarige leeftijd), ze heeft vroeger Engels gestudeerd en heeft het laatst weer opgepakt, ze is naar China en Duitsland geweest, ze tekent als hobbie en ze zou graag willen dat ik eens langs zou komen zodat ze mij kon tekenen. Ho! Wacht eens even! Op dat moment veranderd mijn waterval van woorden in een droge beek, mijn hoofd is compleet leeg. Na een moment van stilte weet ik toch weer mijn stem te vinden om zo beleefd mogelijk dit aanbod af te wijzen. Ik heb het druk, ik ga over een maand of twee weg, zoveel tijd heb ik niet meer etc. etc. Ze blijft echter doorzetten en gaat pas weg als ze mijn telefoonnummer heeft gekregen. Als dat haar tevreden stelt, soit, alstublieft. Nu maar hopen dat ze niet belt.
Wish me luck!